Belangrijke feiten

  • Een ‘normale’ cyclus van 28 dagen bestaat niet.
  • In theorie kan elke dag van de cyclus vruchtbaar zijn. De cyclusdag alleen zegt niets over vruchtbaarheid en onvruchtbaarheid.
  • Zaadcellen leven niet 2-3 dagen, maar tot ongeveer 5 dagen. Hieruit volgt dat de vruchtbare periode van de cyclus ongeveer 6 dagen is.
  • De vruchtbare periode kan altijd pas achteraf nauwkeurig in een cyclus worden vastgelegd: de eisprong vond ongeveer 2 weken vóór de volgende menstruatie plaats. Alleen de zelfwaarneming van bepaalde lichaamstekens zou een potentiële verkorting van de vruchtbare periode mogelijk maken.
  • Een vrouw kan ook bij seksuele gemeenschap tijdens de bloeding zwanger worden.
  • Bij de algemene kennis hoort: als een meisje of een vrouw cervixslijm bij zichzelf waarneemt, moet ze deze waarneming aan het inzicht koppelen: “Ik ben mogelijk vruchtbaar – ik zou zwanger kunnen worden bij onbeschermde geslachtsgemeenschap.”
  • Wanneer cervixslijm kan worden waargenomen, moet men ervan uitgaan dat zaadcellen kunnen overleven en op de ovulatie ‘wachten’. De vrouw is dus potentieel vruchtbaar. Pas na een ondubbelzinnige stijging van de basale lichaamstemperatuur (op basis van bepaalde criteria!) begint de zeker onvruchtbare fase na de eisprong.
  • De zelfwaarneming mag niet als geboorteregelingsmethode worden gebruikt zonder uitgebreid leerproces.